Sterrenbeeld Vissen, element Water
En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo. En God maakte het wild gedierte der aarde naar zijn aard, en het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt! En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze! Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo. En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.
Net als regenboog en Merkabah heeft de mens negen brandpunten
waarvan er zeven intern en waarneembaar zijn. Zeven chakra’s, daaronder drie bewustzijnsbrandpunten en vier elementaire brandpunten.
De twee onzichtbare bevinden zich, hemels en aards, buiten het lichaam.

Zeven hoofdchakra’s van beneden naar boven: wortelchakra (aarde), heiligbeenchakra (water), navelchakra (onderbewustzijn),
hartchakra (hartbewustzijn, gevoel) , keelchakra (lucht),
voorhoofdschakra (vuur, verstand of denkvermogen),
kruinchakra (hoger of ware zelf bewustzijn).


De Vedische zevenvoudige eigenschappen van éénheid!
“Anuttara Puja” is een Sanskriet term die vertaald kan worden als “opperste aanbidding”.
De spirituele oefeningen die anuttara puja omvatten, ook bekend als “zevenvoudige aanbidding”, zijn:
1. Vandana (eerbetoon, neerbuigen)
2. Puja (aanbidding) hulde brengen aan de Boeddha.
3. Sarana-gamana (toevlucht zoeken) zich verbinden aan het pad naar verlichting
door “toevlucht” te zoeken in de Boeddha, dharma of spirituele gemeenschap.
4. Papadesana (bekentenis van zonden) beoordeling van iemands tekortkomingen
en een voornemen om ze te overwinnen.
5. Punyanumodana (zich verheugen in verdiensten)
het eren van de eigen en andermans positieve kwaliteiten.
6. Adhyesana (gebed, smeekbede) en yacana (smeekbede)
de hulp inroepen van degenen die meer verlicht zijn.
7. Atmabhavadi-parityagah (overgave) de verklaring van altruïsme en zelfverloochening.
“Atmabhavadi-Parityagah”
1. Vandana (eerbetoon, neerbuigen) en puja (aanbidding) – hulde brengen aan de Boeddha.
2. Sarana-gamana (toevlucht zoeken) – zich verbinden aan het pad naar verlichting
door “toevlucht” te zoeken in de Boeddha, dharma of spirituele gemeenschap.
3. Papadesana (bekentenis van zonden) – beoordeling van iemands tekortkomingen
en een voornemen om ze te overwinnen.
4. Punyanumodana (zich verheugen in verdiensten) – het eren van de eigen en andermans positieve kwaliteiten.
5. Adhyesana (gebed, smeekbede) en
6. yacana (smeekbede) – de hulp inroepen van degenen die meer verlicht zijn.
7. Atmabhavadi-parityagah (overgave) – de verklaring van altruïsme en zelfverloochening.
“Bodhisattva” verwijst naar ieder individu dat bodhicitta heeft bereikt, of de wil om een leven te leiden dat gericht is op het dienen van anderen en hen te helpen bij het bereiken van verlichting. De witte zwaan waarin Brahma zich voortbeweegt staat voor intelligentie en het vermogen om de juiste beslissingen te nemen.
Dit is de betekenis van alles wat verbonden is met het beeld van Brahma:
1. De vier hoofden van Brahma symboliseren dat hij alle kennis bezit die nodig is om de wereld te scheppen.
2. De vier aspecten van de persoonlijkheid van de mens – namelijk de geest, het intellect, het ego en het geconditioneerde bewustzijn – worden aangeduid met de vier handen van Brahma.
3. De witte baard van Brahma symboliseert zijn wijsheid.
4. Het boek dat door de achterste hand van Brahma wordt vastgehouden, benadrukt het belang van juiste kennis.
5. De kosmische energie wordt gesymboliseerd door de kamandal, of “waterpot”, in de linker voorste hand.
6. De mala in Brahma’s rechterhand is voor het chanten.
7. Brahma’s zwaan heeft de unieke onderscheidende kwaliteit om melk van water te scheiden wanneer het vermengd wordt. Op dezelfde manier scheidt Brahma het goede van het verkeerde.
“Chakra’s” bieden een yogische uitleg van het levenskracht energiesysteem (prana),
dat ruwweg overeenkomt met het zenuwstelsel en het endocriene systeem in het fysieke lichaam.
1. Muladhara (Wortelchakra, Rood) – Fundamenteel vertrouwen, veiligheid, geborgenheid en geaard zijn
2. Svadisthana (Milt of Heiligbeen Chakra, Oranje) – Plezier, genot, seksualiteit en creativiteit
3. Manipura (Navel of Zonnevlecht Chakra, Geel) – Eigenwaarde en persoonlijke kracht
4. Anahata (Hartchakra, Groen) – Liefde, mededogen en vergeving
5. Visuddha (Keel Chakra, Blauw) – Expressie en communicatie
6. Ajna (Derde Oog Chakra, Indigo) – Inspiratie, bewustzijn en intuïtie
7. Sahasrara (Kroonchakra, Violet) – Spiritualiteit en verlichting
“Chakra Mantra” Om te mediteren op een bepaald chakra om dat chakra in balans te brengen.
1. Wortelchakra – lam
2. Heiligbeen chakra – vam
3. Zonnevlecht chakra – ram
4. Hart chakra – yam
5. Keelchakra – ham
6. Derde oog chakra – om
7. Kroon chakra – om of ha
“Chidabhasa” Weerspiegeling van Brahman’ of het universele zelf in het zelf.
1. Ajnana – Onwetendheid, ook bekend als Avidya. Dit is de toestand waarin een persoon denkt dat hij zijn gedachten is, en dat en de fysieke wereld de enige werkelijkheid is. Er is kennis of begrip van enig gevoel van zelf.
2. Avarana – Ontkenning, versluiering of verhulling, waarin het zelf wordt gedacht als een object
dat bewezen moet worden. Dit is een vorm van uitgedrukte onwetendheid of onjuiste kennis.
3. Vikshepa – Projectie, waarbij er sprake is van een onjuist begrip van het zelf, en een onderliggende frustratie
van het niet in staat zijn om het te ervaren. Moksha (Bevrijding)
4. Paroksha – Indirecte kennis. De persoon ontwikkelt geloof in Vedanta en leert over het bestaan van het zelf,
maar gelooft dat het alleen begrepen kan worden door grote meesters.
5. Aparoksha – Directe kennis. Een ervaringsgericht begrip van het zelf, niet langer als een uitwendig object
maar als een innerlijk, bewust subject.
6. Shoka Nivritti – Het einde van lijden, ook bekend als moksha, waarin de kennis dat ‘ik het zelf ben’
bevrijding geeft. Dit is waar het zoeken naar en het zorgen maken over het zelf ophoudt.
7. Tripti – Volledige tevredenheid met wat is, een gevoel van spirituele voeding en diep begrip
dat het universele zelf weerspiegeld wordt in het individuele zelf.
“Dharmanaam” is een heilige naam die een leerling of discipel van een religieuze of spirituele traditie krijgt.
1. Ando (vreedzame weg)
2. Abhaya (onbevreesd)
3. Danan (geven)
4. Shokan (authentiek inzicht)
5. Meishin (lichtgevend hart)
6. Karuna (mededogen)
7. Sangpo (goedhartig)
“Gheranda Samhita” of “Gheranda’s Verzameling” is een van de drie belangrijke teksten over klassieke Hatha yoga De zeven hoofdstukken van “Gheranda Samhita” volgen het zevenvoudige pad van yoga, dat door de wijze Gheranda werd onderwezen aan zijn leerling, Chanda Kapali. Deze zeven zijn:
1. Zuivering door Shatkarma – omvat 6 zuiveringstechnieken
2. Versterking door Asana – omvat 32 houdingen
3. Stabiliseren door Mudra – omvat 25 mudra’s (gebaren)
4. Kalmeren door Pratyahara – omvat 5 concentratietechnieken
5. Lichtheid door Pranayama – omvat 10 ademhalingstechnieken
6. Waarneming door Dhyana – gewijd aan meditatie
7. Afzondering door Samadhi – gebruikt andere methoden dan die Patanjali onderwijst
“Mahar Loka” In dalende volgorde zijn de zeven hogere loka’s, of vyahritis, de volgende:
1. Satya of Brahma loka – de hoogste loka, hoogste bewustzijn, bevrijding van cyclus van wedergeboorte.
2. Tapar loka – thuis van de onsterfelijke asceten en de vier kumars.
3. Jana loka – het rijk van innerlijke waarheid en begrip, het is ook de thuisbasis van de zonen van Brahma.
4. Mahar loka – thuis van heiligen, wijzen, verlichte beginnelingen en rishi’s
die de vernietiging van de wereld hebben overleefd.
5. Svar loka – het vlak gelegen tussen de zon en de poolster.
6. Bhuvar of pitri loka – bestaat uit de planeten, sterren en de ruimte tussen de zon en de Aarde.
7. Bhur loka – de Aarde.
“Mahavakyas” “Grote Uitspraken” zijn korte zinnen die een yogi overweegt tijdens meditatie of chants als een mantra. Ze worden gebruikt als een vorm van zelfonderzoek, vooral voor degenen die Jnana yoga volgen.
1. Aham Brahmasmi, of “Ik ben Brahman” of “Ik ben goddelijk”
2. Prajnanam Brahma, of “Brahman is intelligentie”
3. Tatvamasi, wat betekent “U bent dat” of “Ik ben dat”
4. Ayamatma Brahma, wat betekent “Mijn Zelf is Brahman”
5. Isavasyam idam sarvam, wat vertaald is “Dit alles is omhuld door God”
6. Prajnatma, wat betekent “Ik ben het intelligente Zelf”
7. Pranosmi “Ik ben adem”.
“Padarthas” Objecten die kunnen worden gedacht en benoemd.
1. Samavaya – combinatie, eenheid, samengaan en onafscheidelijk
2. Dravya – substantie, die aarde, lucht, water, vuur, ether, ruimte, tijd, geest en geest omvat
3. Guna – kwaliteit, die 24 onderverdelingen of soorten omvat
4. Karma – actie
5. Samanya – genus, of het categoriseren van objecten door gelijkenissen
6. Vishesha – specifiek verschil, dat de uniciteit van een object binnen een klasse aanduidt.
7. Abhava – betekent niet-bestaan of wat afwezigheid is.
“Patalas” Verwijst naar de zeven lagere werelden (lokas) in de Hindoe-filosofie.
Zie ook “Vyahritis” De zeven hogere werelden (lokas)
1. Atala – Het rijk van Bala, die drie soorten vrouwen schiep.
2. Vitala – Het rijk van Hara-Bhava, die een avatar van Shiva is.
3. Sutala – Het rijk van Mahabali, de deugdzame demonenkoning.
4. Talatala – Het rijk van Maya, de demon-architect.
5. Mahatala – Het rijk van de naga’s, mythische half-goddelijke slangachtige wezens.
6. Rasatala – Het rijk van de danava’s en daitya’s, die de vijanden zijn van de devata’s (goden en godinnen).
7. Patala – Ook naga loka genoemd, dit is de laagste regio.
Het is het rijk van Vasuki, de slangenkoning, en het thuis van vele naga’s.
“Ra Ma Da Sa Say So Hung” is een van de belangrijkste mra’s die gezongen worden in Kundalini yoga.
1. Ra (zon) – wortelchakra
2. Ma (maan) – sacraal chakra
3. Da (aarde) – navelchakra
4. Sa (onpersoonlijke oneindigheid) – hart- en keelchakra
5. Say (totaliteit van oneindigheid) – derde oog chakra
6. So (persoonlijk gevoel van samensmelting en identiteit) – kruinchakra
7. Hung (het oneindige) – stuurt energie van de kruinchakra terug naar de wortelchakra
“Saptadhatus” is een Sanskriet woord dat verwijst naar de zeven bouwstenen van het fysieke lichaam.
De tridoshas – vata, pitta en kappa – reguleren allen de dhatu. De zeven dhatu onttrekken energie aan elkaar.
1. Rasa – Plasma – Voeding
2. Rakta – Bloed – Circulatie
3. Mamsa – Spier – Beweging
4. Medha – Vet – Smering
5. Asthi – Bot – Ondersteuning
6. Majja – Beenmerg – Aanmaak van bloedcellen
7. Shukra – Seksuele hormonen – Voortplanting
“Sapta Puri” De zeven heilige pelgrimsoorden van het Hindoeïsme in India. Daarnaast zijn er sapta dweepa (grote eilanden), sapta nadi (heilige rivieren), sapta lokas (heilige werelden) en sapta rushi (grote wijzen).
1. Ayodhya – Ook bekend als Saket, men gelooft dat dit de geboorteplaats is van Rama, de zevende avatar van Vishnu. De stad ligt in Uttar Pradesh langs de Sarayu-rivier.
2. Dwarka – Dwarka ligt aan de Gomti rivier in Gujarat en werd zo’n 5000 jaar geleden bekend toen Krishna de hoofdstad van het Yadava koninkrijk van Mathura naar de stad verplaatste. Dwarka werd lange tijd beschouwd als de fabelachtige stad van Krishna, die toen Dwaraka heette, totdat opgravingen bewezen dat zij echt was.
3. Haridwar – De naam van deze heiligste plaats in Uttarkhand betekent “poort naar Hari”, de primaire godheid, die meestal Vishnu of Shiva is. Haridwar ligt aan de rivier de Ganges en is volgens de legende de plaats waar de godin Ganga op aarde kwam nadat koning Bhagirath Shiva om hulp had gevraagd bij het goedmaken van de zonden van zijn voorouders.
4. Mathura – Gelegen in Uttar Pradesh, wordt deze stad genoemd als de geboorteplaats van Krishna, de achtste incarnatie van Vishnu. De stad wordt ook Braj Bhoomi genoemd.
5. Kashi – Gelegen langs de rivier de Ganges, is deze stad ook bekend onder de naam Varanasi en wordt beschouwd als de spirituele hoofdstad van India. Men denkt dat het een van de favoriete steden van Shiva is, en de gelovigen geloven dat degenen die er sterven moksha bereiken.
6. Kanchipuram – Deze stad is gelegen in Tamil Nadu aan de Vegavathy rivier. Kanchi is de afkorting van deze stad en wordt door Hindoes van de Vaishnava en Saiva scholen vereerd om zijn tempels.
7. Ujjain – Deze stad, ook bekend als Ujjayini of Avantika, ligt aan de Kshipra-rivier in Madhya Pradesh. Shiva zou er de demonen hebben gedood die gezamenlijk Tripurasura worden genoemd.
“Shila” De zeven geloften van deugdzaam gedrag in het Jainisme aan te duiden.
Guna Vrata’s, De drie geloften van verdienste zijn:
1. Dik vrata — de gelofte van beperkt gebied of activiteit
2. Bhoga-upbhoga vrata — de gelofte van aandachtig gebruik en
3. Anartha-danda vrata — de gelofte om onnodige zonde te vermijden
Shiksha Vrata’s, De vier disciplinaire geloften zijn:
1. Samayik vrata — de gelofte van meditatie
2. Desavakasika vrata — de gelofte van het beperken van activiteit
3. Pausadha vrata — de gelofte van het leven van de asceet
4. Atithi samvibhaga vrata — de gelofte van liefdadigheid
“Vaisheshika” Deelt het leven in zeven padarthas (categorieën van zijn) in en beweert dat alle fysische objecten uit atomen bestaan, die volgens deze school de kleinste entiteit in de fysische wereld zijn.
1. Dravya – substantie, waarvan er negen zijn: aarde, water, vuur, lucht, ether, tijd, ruimte, geest en geest
2. Guna – kwaliteit
3. Karma – actie
4. Samanya – geslacht
5. Vishesa – specifiek verschil
6. Samavaya – dingen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn
7. Abhava – niet-bestaan of afwezigheid
“Vyahritis” De zeven hogere lokas (werelden), terwijl de lagere lokas de zeven patalas worden genoemd.
1. Satya of Brahma – De hoogste vyahriti, het hoogste bewustzijn waar vrijheid van cyclus van wedergeboorte optreedt.
2. Tapar – Dit is de thuisbasis van de vier kumars en de onsterfelijke asceten.
3. Jana – Verblijfplaats van de zonen van Brahma, het rijk dat geassocieerd wordt met innerlijke waarheid en begrip.
4. Mahar – Dit is de verblijfplaats van de grote wijzen en rishi’s.
5. Svar – Het vlak tussen de zon en de poolster.
6. Bhuvar of Pitri – De planeten, sterren en ruimte tussen de zon en de Aarde.
7. Bhur – De aarde.
