Waarnemen zonder waarnemer is de titel van deel vier van mijn trilogie over geest, ziel en bewustzijn. Waarnemen is een werkwoord en waarnemer een zelfstandig naamwoord, een ding. Dingen danken hun bestaan aan het waargenomen worden en geen ding, ook een waarnemer niet, kan zich manifesteren zonder de aandacht van het waarnemen.
Waarnemen is door aandacht gericht bewustzijn! Waarnemer heeft naast de observerende betekenis ook nog de betekenis van plaatsvervanger. Met name deze laatste betekenis wordt in vele gevallen over het hoofd gezien.
In ons hoofd als controlecentrale hebben onze hersenen de volgende taken; processor, router, transceiver, intern geheugen plus verkenner of commander om de interne, maar vooral externe data weer te kunnen vinden. Niemand twijfelt eraan dat hij waarneemt, maar dat er niemand is die waarneemt, is een heel ander verhaal. We hebben allemaal herinneringen, maar dat wij in onze eigen herinneringen geen rol spelen, ontgaat de meesten van ons.
Wij zijn vergeten wie of wat we werkelijk zijn en het is de bedoeling dat dit door onszelf hersteld wordt. Als er een God bestaat, dan moet dat iets onvoorwaardelijks zijn en als wij zijn geschapen naar beeld en gelijkenis, dan moet er dus ook in ons iets onvoorwaardelijks zijn.
Duidelijk is dat alles wat waargenomen wordt in één of andere vorm voorwaardelijk is en dat hetgeen waargenomen wordt, alleen bestaat dankzij het onvoorwaardelijk waarnemen. Je kunt jezelf waarnemen betekent dan ook, dat iets jou waarneemt. Ben jij dat wat waarneemt of ben jij dat wat waargenomen wordt?
Ben jij puur waarnemen, of ben jij een ding dat waargenomen wordt? Mijn goede vriend Jaap schrijft boeken terwijl hij televisie kijkt en Anneke breit prachtige truien terwijl ze een boek leest. Ons lichaam kan zonder ons bemoeien een groot aantal taken zelfstandig uitvoeren. Elke cel in ons lichaam is een compleet universum dat via een netwerk van zenuwen permanent met ‘boven’ communiceert. De totale lengte van ons zenuwnetwerk omvat 145 keer onze aarde.
Mijn goede vriend Jaap maakt regelmatig uitstapjes buiten zijn lichaam een neemt daar, zonder waarnemer, de wonderlijkste zaken waar. In de kwantumfysica kan de waarnemer het kwantum als golf of als deeltje waarnemen en nooit tegelijk. Het ontgaat de kwantumfysici dat dit komt omdat hier sprake is van de waarnemer en niet van het waarnemen. De waarnemer neemt namelijk serieel (één ding tegelijk) waar, terwijl het waarnemen parallel (meerdere zaken gelijktijdig) waarneemt. Mens, ken uw ware zelf!
Begin 1986 was ik voor het eerst op een openbare lezing van ‘De school’. Ik was direct enthousiast over het weten dat daar voorhanden was. Midden 1992 was mijn vader overleden. Hij had de laatste jaren alleen geleefd, nadat mijn moeder zich letterlijk doodgeschrokken had.
Wij woonde op loopafstand en verrichtten met veel plezier de noodzakelijke hand- en spandiensten. Ondertussen bakten wij op bestelling voor vrienden en kennissen een zevental Zwitserse taarten. Daarvoor beschikten we over een gebruikte professionele Blodgett oven.
De weg was vrij voor iets nieuws en al spoedig werden wij uitgenodigd om in het nieuwe centrumgebouw van Arnhem de rol van huismeesters op ons te nemen. Wij verhuisden naar Arnhem, waar in de oorspronkelijke tuin achter ‘onze’ neokoloniale villa een nieuwe tempel gebouwd zou worden. Na drie jaren bouw kon de inwijding plaatsvinden en brak voor ons het moment aan om weer eens op eigen benen te gaan staan.
Telkens als ik trachtte iets in woorden te vatten, werd dat afgedaan met opmerkingen als: “Daar is de mensheid nog niet aan toe!” of, “Daarvoor is het nog te vroeg of de tijd niet rijp!” Deze reacties hebben mij na veertien jaar doen besluiten om ‘De school van de theorie’ te verlaten en te vertrouwen op het leven, ‘De school van de praktijk’. Op naar de school van het leven, op naar Doesburg.
Mijn toch al gevarieerde beroepsleven was inmiddels uitgebreid met de functie van helpdeskmedewerker op de computerafdeling van een groothandel in sanitaire artikelen.
Fragment uit “Vergeten licht” ISBN 978-3-756524-25-9