Zolang wij denken iets te hebben,
zijn wij niet wie wij zijn.
Zolang achter “Ik ben” nog iets komt,
begrijpen wij niet wat wij zijn.
Wij voelen ons verantwoordelijk voor alles wat wij denken te bezitten.
Wij zijn gehouden ons bezit waardig te beheren en wij zijn erop gericht ons bezit zo mogelijk te vermeerderen. Hoe meer wij denken te bezitten hoe belangrijker wij lijken. Maar is dat wel zo, rechtvaardigt bezit onze houding tegenover anderen.
Is een mens zonder bezittingen minder vooraanstaand dan een vermogend iemand? Zijn armen minderwaardig tegenover rijken? Ben je in het leven pas geslaagd wanneer je veel bezittingen hebt vergaard? Heb je een lichaam of ben je jouw lichaam?
Wij leven in een wereld van dingen en ook ons lichaam is een ding, maar dingen kunnen alleen bestaan als ze worden waargenomen. Wij zijn het waarnemen der dingen terwijl wij zelf geen ding zijn. In het doodskleed zitten geen zakken. Wanneer wij sterven laten wij al onze bezittingen achter ons, wij kunnen geen ding meenemen.
Zodra onze dood geconstateerd is laten wij alles achter ons, zijn de vormen geen vast bestand meer van ons waarnemen, is al het materiële aan onze belangstelling onttrokken tenzij wij eraan gehecht zijn, tenzij wij geloofden iets te hebben.
De kracht van geloof kan niet alleen bergen verzetten maar bindt ons tevens aan dat waarin wij rotsvast geloven. Ons lichaam en ons vermeende bezit dient ons tot leer en vermaak, staat ons ter beschikking, maar wij bezitten niets, wij nemen waar.
Wij beheren dingen en daar gaan we collectief de mist in door ons goedbedoeld te identificeren. Met bezit is dat nog eenvoudig te verklaren maar met ons lichaam wordt het lastiger. Ons lichaam is een geheel autonome bio-robot en zodra wij denken ons lichaam te zijn creëren wij een plaatsvervangend beheerder van ons lichaam.
Dat is zoiets als een computer laten werken met een sterk verouderd operating system, een laptop met Windows 11 laten beheren door MS-DOS 3.0. Iedereen begrijpt dat dit problemen oplevert en toch is dat precies wat wij mensen doen. Ons lichaam is heel wel in staat om zelfstandig alle taken te vervullen die noodzakelijk zijn om ons als gebruiker van dienst te kunnen zijn.
Maar wij laten ons wijsmaken dat wij ons lichaam zijn en dat wij niet mogen zondigen. Ondertussen creëren wij een plaatsvervangend operating system, een identiteit, ons ego, een ID-entiteit die nu ons lichaam gaat besturen. Probeer maar eens het operating system van jouw smartphone te spelen of probeer maar eens bewust te lopen.
Het is onmogelijk om ook maar de eenvoudigste beweging te maken in het volle bewustzijn van alles wat deze beweging mogelijk maakt, laat staan dat wij ons met onze ademhaling, onze hartslag of ons spijsverteringssysteem kunnen bemoeien.
Maar dat is precies wat wij doen wanneer wij ons met ons lichaam identificeren en het resultaat van deze waan is ziekte en ongemak. Identificatie is zonde en het daarmee geschapen plaatsvervangende operating system, ons ego of ID-entiteit veroorzaakt al onze problemen inclusief ziektes. Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede.
Wij zijn, naar beeld en gelijkenis, het waarnemen der dingen. Hebben, hecht ons, maakt ons blind voor de waarheid, is de oorzaak van al ons ongemak en verdrijft ons uit het paradijs. Dat is geen ouwe koek, dat is levend en actueel. Laat je niks wijsmaken, laat je niet kisten, jij bent baas in eigen buik, zodra jij je beseft wie of wat jij werkelijk bent.
Zolang jij denkt iets te hebben,
kun jij niet zijn wie jij werkelijk bent.
Zolang achter “Ik ben” nog iets komt,
kun jij niet begrijpen wat jij werkelijk bent.