Verhoudingen meten

De verhouding (relatie) geest, ziel en lichaam

Wanneer wetenschappers de schepping of het universum willen meten, dan wordt daarbij vergeten dat het hier uitsluitend om verhoudingen gaat en niet om centimeters. Primair draait de schepping om polariteit, om de verhouding tussen plus en min, maar bovenal om het daartussen gelegen spanningsveld. Op de grens tussen licht en duisternis ontstaat het projectiescherm van het leven.

Wij kunnen dat ervaren wanneer we vanuit een verlichte kamer door een venster naar buiten kijken, terwijl het buiten nacht wordt. Op de grens tussen binnen en buiten ontstaat ons spiegelbeeld. De schepping, als manifestatie van onvoorwaardelijk bewustzijn, kent, zo boven zo beneden, deze driedeling geest, ziel en lichaam in velerlei verschijningsvormen.

Allereerst de pluspool geest als manifest bewustzijn, ziel of energie als geconditioneerd bewustzijn en lichaam of, materie als geconditioneerde energie en minpool. Tussen de plus en min wordt het minnespel gespeeld. Alhoewel de ziel veranderen kan en dus vergankelijk is, speelt zij een cruciale rol in het spel. De geest of het bewustzijn is onafhankelijk, onveranderlijk, tijdloos, onsterfelijk en altijd nu.

Het lichaam of de materie is veranderlijk, aan tijd gebonden, sterfelijk en afhankelijk van het waargenomen worden. Voor interactie tussen geest en lichaam is energie (de ziel) noodzakelijk. Alleen door aandacht gericht bewustzijn neemt waar. Met andere woorden: waarnemen ontstaat wanneer bewustzijn door aandacht gericht wordt, doordat de aandacht op iets gevestigd wordt. Aandacht is de energie die bewustzijn aan de materie koppelt. Zonder aandacht geen waarnemen, zonder energie geen materie, zonder ziel geen lichaam.

De relatie of verhouding tussen geest en lichaam is alleen mogelijk dankzij de ziel en deze driedeling is de basis van de schepping. Deze gemanifesteerde heilige drie-éénheid of triniteit vergezeld van het onvoorwaardelijke alziende oog vinden we overal terug als basis van alles wat geschapen is.

Het materiële aspect is altijd verdeeld in vier aggregatietoestanden (aarde, vast of fysiek, water, vloeibaar of astraal, lucht, gasvormig of etherisch en vuur, plasma of mentaal) waaraan vaak de heilige drie-éénheid als quintessence toegevoegd wordt. Deze drie bewustzijnstoestanden en vier aggregatietoestanden (elementen) vormen de basis van ons bestaan en zijn op velerlei wijze herkenbaar.

Ieder van onze zeven hoofdchakra’s vertegenwoordigt bijvoorbeeld één van deze zeven kosmische krachten. Van onder naar boven: 1 aarde, 2 water, 3 lichaam, 4 ziel, 5 lucht, 6 vuur en 7 geestchakra.

Prometheus schonk de mens het vrije wilsgebruik van het vuur (zesde chakra), waardoor de mens ervaringen leerde waarderen en zich daarmee kon identificeren. Dit laatste verplaatste onze aandacht, van het bewustzijnscentrum van de geest (zevende chakra) naar dat van het vuur (zesde chakra). Het resultaat was dat ons ego dat onze ziel laat zondigen (foutief programmeert), waardoor reïncarneren noodzakelijk werd om deze fout alsnog te mogen herstellen.

Adam en Eva lieten zich hiertoe als eerste verleiden en de mens trapt nog steeds in dit bewustzijnsmisverstand, in de vaste overtuiging de waarnemer te zijn, in plaats van het waarnemen. Wij hebben het goddelijke waarnemen in ons geprivatiseerd en tot waarnemer gedegradeerd. Deze waarnemer verplicht onze ziel tot reïncarneren en bindt daarmee de geest voortdurend aan de stof totdat de mens zich deze, door eigen toedoen ontstane, eindeloze herhaling realiseert en het ego transcendeert door de aandacht weer naar het kroonchakra te verleggen.

Wij komen zonder ego ter wereld en het creëren van ego is vergelijkbaar met een smartphone die er meningen op na houdt, zich herkent in de spiegel, vindt dat hij zojuist een goed gesprek gevoerd heeft en mooie beelden van de familie opgeslagen heeft. Allemaal ego, of in het geval van de smartphone, kunstmatige intelligentie. Een smartphone heeft geest (software), ziel (elektrische energie) en lichaam (hardware). Een smartphone heeft auditieve en visuele kenmerken die net als onze zintuigen functioneren.

Het essentiële verschil tussen de mens en een iPhone is dat de iPhone (nog) geen I (ego) heeft en de mens wel. Voor de smartphone is de gebruiker het externe bewustzijn, terwijl dit bij de mens intern is (ware zelf, zevende chakra of ego, zesde chakra). Wij zijn vergeten wie of wat we werkelijk zijn en wij hebben de vrijwillige mogelijkheid om dat te herontdekken. Onze eigen aandacht bepaalt of wij ons identificeren en als ding ervaren of als ons ware zelf, als het onvoorwaardelijke waarnemen van dingen. Herken jij jezelf in de spiegel en heb je nog een mening over iets, dan ben jij een bio-robot met een ego en géén waarlijk mens!

Fragment uit “Vergeten licht” ISBN 978-3-756524-25-9

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit:
search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close