“Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, eer de haan kraait, zult gij mij driemaal verloochend hebben.” Deze woorden sprak Jezus aan de voet van de Olijfberg in de hof van Getsemane en nog steeds gelden deze woorden voor vrijwel de gehele mensheid.
Georg Orwell laat ons in zijn “1984” ervaren dat, zodra de druk van buiten groot genoeg is, wij nog immer bereid zijn alles inclusief ons ware zelf te verloochenen. Dat is ook niet zo vreemd want kerk en staat verwachten niks anders van ons. De macht van kerk en staat berust tenslotte op het achterhouden van informatie omtrent ons ware zelf.
Duizenden jaren zijn mensen, die hun ware zelf ontdekten, gestigmatiseerd, vervolgd, belachelijk gemaakt, gemarteld en omgebracht, opdat de waarheid verborgen blijve. Wij worden beloond wanneer wij ons ware zelf verloochenen en bestraft zodra wij ons ware zelf ontdekken en met iedereen willen delen, ongeacht huidskleur of geslacht.
Na ruim tweeduizend jaar kraait geen haan er meer naar wanneer een mens zich “normaal” ontwikkelt en zijn, haar of het ware zelf verloochent door geheel vrijwillig een ID-entiteit of ego te ontwikkelen ten koste van zijn, haar of het eerstgeborenerecht.
Herodes hoeft geen eerstgeborene meer om te brengen, Judas hoeft niemand meer te verraden, Petrus hoeft niemand meer te verloochenen, de hogepriester Kajafas hoeft niemand meer te veroordelen en Pontius Pilatus hoeft zijn handen niet meer in onschuld te wassen, omdat wij, met dank aan de vrije wil, dat allemaal zelf doen.
We zijn inmiddels lang genoeg geïndoctrineerd en steken, voor ouders, kerk en staat, vrijwillig het moede hoofd in de strop om ons vervolgens gelaten te laten hangen of nog beter te laten kruisigen. Wanneer dringt het eindelijk tot de mensheid door, wat het kruisigen van Christus in werkelijkheid betekent.
Als Gods eniggeboren zoon, wordt ons ware zelf in eerste instantie vrijwillig gebonden aan het kruis der vier elementen en vervolgens, door vereenzelviging of identificatie met het fysieke, dusdanig verloochend en voor vele incarnaties aan datzelfde kruis genageld, alvorens wij gaan inzien hoe wij ons zelf hebben misleid.
Hoe wij, gelijk koning Herodes uit angst voor het licht der waarheid, deze eerstgeborene (ons ware zelf) trachten te vermoorden, zoals de koningin van de nacht (de maan) in Mozarts opera “De toverfluit” Zarastro (de zon) tracht om te brengen, zonder te beseffen dat alléén zonlicht schijnt terwijl het maanlicht slechts weerkaatst.
Jouw lichaam is de stal van Bethlehem waar het licht van onvoorwaardelijk bewustzijn als eerstgeborene geïncarneerd is. Jouw lichaam herbergt Gods eniggeboren zoon als onvoorwaardelijk bewustzijn. Jouw lichaam is autonoom en uniek als herberg voor een pakweg honderdjarig verblijf van jou, als fractal goddelijk bewustzijn.
Maar jij hebt je met jouw individualiteit vereenzelvigd en jouw ware zelf vervangen door jouw ego, jouw ID-entiteit. Jij hebt onvoorwaardelijk bewustzijn vervangen door een waan, een gedachtebeeld of Maya, een aan verandering onderhevige illusie.
Je hebt het Christus bewustzijn in jouw lichaam verloochend en vervangen door een zelfgeschapen ID-entiteit en zolang jij gelooft deze entiteit te zijn, zolang blijf jij gebonden aan jouw waan. Voorwaar, voorwaar klinkt na tweeduizend jaar nog steeds en behoeft nog steeds begrip omtrent het ware bedoelen van deze woorden.
Jij neemt waar, maar besef jij je wel dat je nooit dat kunt zijn wat jij waarneemt en dat waarnemen een werkwoord is en geen zelfstandig naamwoord, géén “ding”! Dingen worden waargenomen en danken hun bestaan daaraan, maar dingen kunnen zelf niet waarnemen.
Hoe komt het dat jij bent gaan geloven dat jij een ding, een waarnemer bent? Dingen zijn aan verandering onderhevig en hoe komt het dat jij geloofd dat jij aan verandering onderhevig bent? Waarnemers hebben aan verandering onderhevige meningen en zowel waarnemers als meningen zijn dingen. Zelfs gedachten zijn dingen, die enkel en alleen bestaan omdat ze worden waargenomen en dat pure onvoorwaardelijke waarnemen ben jij, maar jij bent en blijft, ongeacht wat jij geloofd, géén ding!
Gaat heen en zondigt niet weer, verkwansel jouw geboorterecht niet weer zoals Esau deed voor een bord linzen, verkwansel jouw onvoorwaardelijke ware zelf niet voor de tijdelijkheid van het materiële en de kringloop van Samsara. Al jouw problemen zijn het gevolg van privatisering van dat wat onvoorwaardelijk is en blijft. Jij verwart zijn met hebben, weten met geloven en individualiteit met identiteit of ID-entiteit.
Al het bestaande dankt het bestaansrecht aan het waargenomen worden en niets kan bestaan zonder door de vader waargenomen te worden. Als godsvonk, geest, ware zelf of fractal goddelijk bewustzijn neem jij in de wereld van Maya waar. Niet Maya is illusoir maar, in navolging van Adam en Eva, jouw door privatisering ontstane zelf of ego.
Jij bent, net als Narcissus, verliefd geworden op jouw fysieke gestalte en jouw fysieke ervaringen, waardoor jij nu gelooft dat te zijn wat jij hebt; jouw middelen. Jouw middelen zijn uniek en individueel maar jij bent het onvoorwaardelijke bewustzijn dat deze middelen (dingen) waarneemt en waaraan alle dingen hun bestaan danken.